Wat betekent jouw vetpercentage?
Je vetpercentage kan je, naast hoe je eruitziet, ook vertellen wat je gezondheidsrisico is. Te veel vet is natuurlijk niet gezond, zeker niet wanneer het vet vooral rondom je organen zit. Het vet rondom de organen kan door ontstekingen zorgen voor orgaanschade, wat de functies ervan negatief beïnvloed. Te weinig vet kan echter ook gevolgen hebben, vooral omdat dit meestal betekent dat je te weinig energie en voedingsstoffen binnen krijgt, en je ondervoed kunt raken. Ook hier kunnen belangrijke lichaamsfuncties op den duur niet meer uitgevoerd worden en je lichaam begint langzaam af te takelen.
Het vetpercentage wordt in veel gevallen als een betrouwbare methode gezien om het risico op gezondheidsrisico’s in te schatten. Zoals hier beschreven zijn er bij de BMI verschillende situaties waarbij de BMI geen betrouwbare methode is om gezondheidsrisico’s in te schatten. Ook de middelomtrek zegt niet alles. Het vet kan zich namelijk ook op andere plaatsen opstapelen zoals de heupen, benen en billen.
Vetpercentage meten
Het vetpercentage kan via verschillende methoden gemeten worden. De meest betrouwbare methode is het laten meten door de diëtist via de 4- of 7-punts huidplooimeting. Om zelf je vetpercentage te meten bestaan er weegschalen die dat voor je kunnen doen wanneer je erop staat. Deze weegschalen zijn alleen niet altijd erg betrouwbaar. De methode berust er namelijk op dat er via je lichaam een stroompje wordt verstuurd van de ene voet naar de andere. Dat stroompje kiest altijd de kortste weg en zal dus een deel van je bovenlichaam niet meenemen. Verder zijn er ook metingen (vaak in de sportschool of bij fysiotherapeuten) waarbij je op een soort weegschaal moet staan en in je handen een apparaat met sensoren vasthoudt. Hierbij wordt het stroompje wel door een groot deel van je onder- en bovenlichaam gestuurd. Deze methode is dus betrouwbaarder dan de weegschaal alleen. Momenteel zijn nog veel ontwikkelingen in het meten van het vetpercentage en hoe dit het makkelijkst zelf, maar toch betrouwbaar gemeten kan worden.
Wat is ‘normaal’?
In de tabellen hieronder is terug te vinden welk vetpercentage normaal is per geslacht en leeftijdsgroep. Zoals ook in de tabellen af te lezen is, ‘mogen’ oudere mensen een hoger vetpercentage hebben dan jonge mensen. Vooral voor de ouderen is een laagje vet juist belangrijk als buffer. In tijden van ziekte of operaties (wat vaker voorkomt in deze doelgroep) kan het lichaam dan nog functioneren op de vetreserves.
Vetpercentage vrouw | ||||
Leeftijd | Laag | Normaal | Waarschuwing | Gezondheidsrisico |
18-29 | < 20 | 20-29 | 29-36 | > 36 |
30-39 | < 22 | 22-31 | 31-38 | > 38 |
40-49 | < 24 | 24-33 | 33-40 | > 40 |
50-59 | < 26 | 26-35 | 35-42 | > 42 |
60+ | < 28 | 28-37 | 37-44 | > 44 |
Vetpercentage man | ||||
Leeftijd | Laag | Normaal | Waarschuwing | Gezondheidsrisico |
18-29 | < 8 | 8-18 | 18-24 | > 24 |
30-39 | < 11 | 11-20 | 20-26 | > 26 |
40-49 | < 13 | 13-22 | 22-27 | > 27 |
50-59 | < 15 | 15-24 | 24-30 | > 30 |
60+ | < 17 | 17-26 | 26-34 | > 34 |
Voor het vetpercentage zijn geen eenduidige richtlijnen opgesteld. De gegevens hierboven kunnen daarom afwijken van andere informatiebronnen.
Om het totale gezondheidsrisico in te kunnen schatten worden ook het gewicht, de lengte en de middelomtrek meegenomen. Lees hier meer over wat ‘normale’ waarden zijn en wanneer je in een risicogroep valt.
Waarschuwing of gezondheidsrisico?
Val jij binnen de categorie waarschuwing of gezondheidsrisico? Verbeter dan je gezondheid door je vetpercentage te verlagen. Lukt dat niet alleen? Heb je het al zo vaak geprobeerd? Laat je dan begeleiden door de online diëtist om je gezondheidsdoelen definitief te bereiken. Verminder je gewicht, verlaag je vetpercentage, ontwikkel meer spiermassa, wordt fitter, energieker en gezonder! Bekijk de mogelijkheden en zet de eerste stap naar een gezondere jij!