Heb jij een gezonde BMI?

 In Websites

De BMI is de afkorting voor de Body Mass Index. Dit is een methode om gezondheidsrisico’s door een te hoog of te laag gewicht in te schatten.  Bij onder- of overgewicht kunnen gezondheidsklachten ontstaan en is er een hoger risico op bepaalde aandoeningen. Bij ziekten als gevolg van overgewicht wordt er ook wel gesproken over welvaartsziekten. Denk bijvoorbeeld aan hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en diabetes mellitus type 2. Mensen met ondergewicht voelen zich vaak moe en futloos. Bij deze mensen is er een groter risico op botbreuken, een verzwakt immuunsysteem en onvruchtbaarheid. Om de BMI te berekenen moet je het gewicht en de lengte weten.

 

Gewicht

Om te weten hoe zwaar je bent, kun je een weegschaal gebruiken. Er zijn veel verschillende weegschalen en deze geven niet allemaal gelijke resultaten. De weegschaal van de diëtist is namelijk gecontroleerd en geijkt, zodat deze met zekerheid (erg) in de buurt zit van het correcte gewicht. De weegschaal thuis heeft dat niet en kan daardoor een beetje afwijken van het werkelijke gewicht. Dat is verder geen probleem, want in de meeste gevallen wil je weten hoeveel gewicht je afgevallen of aangekomen bent. En als je altijd op dezelfde weegschaal weegt dan is het verschil correct gemeten. Belangrijk bij het wegen op de weegschaal is dat bepaalde situaties voor iedere meting gelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het moment van de dag, de hoeveelheid kleding die je aan hebt, of je al iets gegeten en gedronken hebt, of naar de wc bent geweest etc. Het beste moment om te wegen is in de ochtend wanneer je net uit bed komt en naar de wc bent geweest. Weeg ook naakt of in ondergoed zodat er niet te veel gewicht aan kleding bij komt. Als je iedere meting op deze manier doet kun je precies zien of je aangekomen, afgevallen of gelijk bent gebleven.

Wanneer je een dag hebt gehad waar je energie-inname groter is dan je energieverbruik wil dit niet zeggen dat je dat de volgende dag meteen op de weegschaal terug zult zien. Tussen het moment van eten en een eventueel verschil in gewicht kan enkele dagen zitten. Hetzelfde geldt voor afvallen. Het is natuurlijk geweldig als je na een dag al verschil kunt zien op de weegschaal, maar dat kan gewoon niet (dit is in ieder geval geen vetafname). Ook wanneer je wilt afvallen zal je dus geduld moeten hebben en heeft iedere dag op de weegschaal staan weinig zin (tenzij dit voor jou een motiverende factor is om door te gaan). Houdt er wel rekening mee dat er best grote schommelingen per dag kunnen zijn. Dat komt bijvoorbeeld door de ontlasting en vochtverlies. Ben jij iemand die door deze schommelingen teleurgesteld raakt, dan kun het beste wekelijks of om de week wegen. Dan zie je de gemiddelde waarden van je gewichtsverloop.

Wanneer je een gezond gewicht hebt (bereikt) en je wilt deze vasthouden is het belangrijk dat er een balans in je energie-inname en verbruik zit. Als je een dag meer energie binnenkrijgt dan je verbruikt kun je dit de volgende dag compenseren waardoor je gewicht (ongeveer) constant zal blijven. Hetzelfde geldt op de dag zelf. Als je in de ochtend overmatig veel hebt gegeten kun je dit de rest van de dag compenseren door later iets minder zware maaltijden te kiezen. Aan het einde van de dag kunnen je energie-inname en verbruik alsnog in balans zijn.

 

Lengte

Voor veel methodes om je gezondheidsstatus in te schatten wordt er naar je lengte gevraagd. Als je namelijk erg lang bent, zal bijvoorbeeld je energiebehoefte groter zijn dan wanneer je een stuk korter bent. Ook bij de BMI (zie hieronder) word je lengte gebruikt. Het is dus goed om te weten hoe lang je eigenlijk bent. Als kind ben je in de groei en kunnen er wel centimeters verschil zitten in enkele maanden tijd. En als je ouder wordt komt er een moment waarop je weer korter wordt, omdat je skelet een andere (meer gebogen) vorm aanneemt.

Je lengte kan gemeten worden door (zonder schoenen) met je rug recht tegen een muur te gaan staan. Zorg ervoor dat je hielen en hoofd de muur aanraken en leg eventueel als hulpmiddel een boek plat op je hoofd. Vervolgens zet je met potlood eens streepje op de muur aan de onderkant van het boek (dit is het hoogste punt van je hoofd). Vervolgens kun je wegstappen en met een meetlint de lengte meten (en daarna het streepje weer uitgummen). Als je iemand in de buurt hebt die je kan helpen, kan deze direct een meetlint naast je lichaam houden en (ook met het boek) kijken op welke hoogte de onderkant van het boek zit. De lengte kan in centimeters aangegeven worden, bijvoorbeeld 165 cm, of in meters, bijvoorbeeld 1,65 m.

 

BMI

De BMI, voluit body mass index, is een indicator om te kijken hoe het gewicht is in verhouding tot de lengte. Hiermee kan geschat worden hoe hoog het risico op welvaartsziekten is aan de hand van het lichaamsgewicht. Hoe hoger het lichaamsgewicht bij een bepaalde lengte, hoe hoger het risico. Een persoon van 2 meter heeft een hoger optimaal gewicht dan iemand van 1 meter 50. Met behulp van een berekening kan het BMI berekend worden. Hiervoor zijn het gewicht (in kilogram) en lengte (in meters) nodig. Het BMI = gewicht / lengte2. In de tabel hieronder is te zien hoe gezond het gewicht is in verhouding tot de lengte.

BMI Gezondheidsrisico
< 18,4 Ondergewicht
18,5 – 24,9 Normaal gewicht
25 – 29,9 Overgewicht
30 – 39,9 Obesitas
40 > Morbide obesitas

Over het algemeen is de BMI een betrouwbare meter. Er zijn alleen bepaalde factoren waarbij het BMI niet gebruikt kan worden. Een voorbeeld is bij kinderen. Zij zijn nog in de groei en hebben een andere indeling van uitkomsten dan volwassenen. Ook kan de BMI meter afwijken bij intensieve krachtsporters met een grote spiermassa. Spiermassa weegt namelijk meer dan vet. De BMI zal dus aan kunnen geven dat er sprake is van overgewicht of obesitas, terwijl dat helemaal niet het geval is. Hiermee rekening houdende is de BMI een uitstekende indicator om een idee te krijgen van gezondheidsrisico’s.

Bereken eenvoudig je BMI via de volgende link van het Voedingscentrum.

 

Middelomtrek

De middelomtrek is een methode waarbij gekeken wordt hoeveel vet er rond de buik zit, ook wel het buikvet. Iemand met een gezonde BMI kan alsnog te veel buikvet hebben. Veel buikvet is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2.

Hoe meet je je middelomtrek?

Gebruik een meetlint om de omtrek van je middel op te meten. Adem rustig door tijdens het meten en probeer je buik niet extra in te houden. De meting is dan niet meer correct. Meet precies tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen, ter hoogte van de navel.

Middelomtrek (in cm)

 

Beoordeling en advies
Mannen Vrouwen
< 94 < 80 Probeer op gewicht te blijven (geen verhoogd
94 – 102 80 -88 Blijf op gewicht (nog geen verhoogd risico, maar de gevarenzone komt in beeld)
> 102 > 88 Probeer af te vallen (verhoogd risico)

 

Is de middelomtrek bij mannen kleiner dan 79 cm, dan is sprake van ondergewicht. Bij vrouwen is dat het geval bij een middelomtrek kleiner dan 68 cm.

 

Gebruikte en interessante bronnen:

Voedingscentrum; BMI berekenen

 

Recommended Posts

Plaats een reactie

Contact

Krijg vrijblijvend informatie over de mogelijkheden of stel hier je vraag.

Not readable? Change text. captcha txt