Voeding en cariës

 In Aandoeningen, Mondgezondheid

Cariës wat was dat ook alweer?

Cariës kan worden omschreven als het proces waarbij er over een langere periode meer demineralisatie (oplossen van mineraal) van het glazuur optreedt dan remineralisatie (neerslaan van mineraal). Het mineraal van een tand of kies lost op wanneer de zuurgraad (pH) in de tandplaque onder 5,5 komt.

Tandplaque is een afschraapbaar en afpoetsbaar laagje op de tanden en kiezen, dat telkens na het tandenpoetsen ontstaat vanuit het speeksel en dat vooral bacteriën en eiwitten bevat. Een daling van de pH treedt direct na de consumptie van koolhydraten op, die door plaquebacteriën worden omgezet in zuren. Na consumptie spoelt het speeksel de mond schoon en herstelt het de zuurgraad in de tandplaque. Boven een pH 5,5 treedt weer remineralisatie op. Een goede speekselvloed is dus een belangrijke beschermende factor van het gebit. Fluoride versnelt de remineralisatie.

’s Nachts is de speekselvloed en daarmee de bescherming van het speeksel laag. Daarom zal consumptie tijdens de nacht of rustperiode (bijvoorbeeld als een zuigfles mee naar bed wordt genomen) veel schadelijker zijn dan consumptie overdag.

 

Gevolgen van cariës

De eerst zichtbare gevolgen van cariës zijn doffe, witte vlekken in het tandglazuur. Deze witte vlekken kunnen verergeren tot gaatjes. Als iemand vervolgens de mondhygiëne op peil brengt, zal de witte vlek stabiliseren. Er kan dan nog wel kleurstof intrekken, waardoor de witte vlek bruin wordt.

Het is goed om te beseffen dat cariës een relatief langzaam proces is. Tussen het moment dat een witte vlek (beginnende cariës) voor het eerst gezien kan worden en het moment dat het er een gaatje ontstaat, zitten enkele jaren (dat zijn heel veel snoepmomenten). Er is dus veel tijd om het tij te keren. In het melkgebit ontwikkelt cariës echter sneller dan in het blijvend gebit.

  

Risicogroepen

Er bestaat een aantal groepen met verhoogd risico op cariës.

 

Kinderen met een zuigfles

Kinderen vanaf negen maanden met een zuigfles lopen het risico zuigflescariës te ontwikkelen. Leer het zuigflesgebruik af door bijvoorbeeld te beginnen met één of twee drinkmomenten uit een gewone beker met een wijde opening per dag. Geef tegelijkertijd geleidelijk steeds minder vaak de fles. Een andere mogelijkheid is om de inhoud van de fles met steeds meer water te verdunnen.

 

Jongeren

Jongeren vormen een risicogroep voor zowel cariës als tanderosie. Sommigen van hen drinken extreem veel frisdrank, soms meer dan een liter per dag. Ook zure en zoete lichtalcoholische drankjes zijn bij sommige jongeren populair.

Bij cariës is het belangrijk dat de oorzaak snel wordt achterhaald. Het is verstandig om te kijken of er andere voedingskeuzes gemaakt kunnen worden. Ook kan er gekeken worden naar de hoeveelheid eet- en/of drinkmomenten op een dag.

 

Personen met afwijkend of bijzonder voedingsgedrag

Mensen met een afwijkend voedingsgedrag of met bijzondere voedingswijzen vormen een risicogroep voor cariës. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een eenzijdig voedingspatroon met veel koolhydraten komen er continu suikers in de mond die tandplaque vormen en de kans op cariës vergroten.

 

Grazers

“Grazen’ wil zeggen dat het patroon van drie hoofdmaaltijden en maximaal vier tussenmaaltijden per dag vervangen wordt door meer kleine (tussen)maaltijden. Veranderingen in de gezinssamenstelling, in het activiteitenpatroon van de gezinsleden en in het voedingsaanbod zijn o.a. oorzaken van de toename van dit verschijnsel. De trend heeft consequenties voor de hoeveelheid maaltijden met koolhydraten en dus voor het cariësrisico. De richtlijn om niet meer dan viermaal per dag iets tussendoor te nuttigen wordt door grazers bij lange na niet gevolgd. Viermaal per dag lijkt in eerste instantie veel, maar wanneer men daadwerkelijk het aantal tussendoortjes telt (koffie of thee met suiker of een glaasje frisdrank horen daar dus ook bij), blijkt dat dit aantal snel wordt bereikt.

 

Zwangere vrouwen

Tijdens de zwangerschap hebben vrouwen door een veranderde eetpatroon een verhoogd risico op cariës. Daarom wordt vrouwen aangeraden om tijdens de zwangerschap extra zorgvuldig mondhygiëne uit te voeren en tijdig het gebit door de tandarts te laten controleren.

 

Personen met een ziekte of handicap

Personen die tijdelijk of chronisch ziek zijn, een handicap hebben of anderszins zorgbehoevend zijn, hebben een extra hoog risico op het krijgen van cariës. Mensen met ernstige slikproblemen zijn aangewezen op vloeibare (suikerrijke) voeding of sondevoeding. Daar hoeven ze niet op te kauwen, waardoor er weinig speeksel gevormd wordt.

Ook sommige medicijnen of combinaties van medicijnen hebben een remmende werking op de speekselproductie. Voor personen die regelmatig medicijnen nodig hebben, kan een alternatief worden gezocht in medicijnen die gezoet zijn met sorbitol of aspartaam, zodat het risico op cariës verkleind wordt.

 

Personen die geen fluoride gebruiken en/of een alternatieve voedingswijze volgen

Personen die principieel tegen het gebruik van fluoride zijn, vormen een risicogroep. Zij volgen vaak een alternatieve voedingswijze met voedingsmiddelen en dranken die veel (natuurlijke) suikers bevatten.

 

Aard en consumptie van het product

De samenstelling van producten heeft invloed op de schadelijkheid ervan op het gebit. Koolhydraten, ook wel suikers, tasten het gebit aan. Andere factoren die invloed hebben op het ontstaan van cariës zijn:

  • Kleverigheid, waardoor de verblijfstijd in de mond wordt vergroot
  • Grootte van de eenheden (kleine snoepjes veroorzaken waarschijnlijk een hogere eetfrequentie dan een grotere eenheid, die in één keer wordt opgegeten)
  • Aanwezigheid van vezels. Vezelrijke voeding werkt tegen cariës doordat het de kauwfunctie en de speekselsecretie bevordert.

 

Beschermende bestanddelen

Alle voedingsmiddelen die calcium, fosfaat of fluoride bevatten, zijn goed voor het mondmilieu. Of dit ook werkelijk zo is, hangt af van de hoeveelheid en frequentie waarmee deze stoffen worden aangeboden en voor hoelang de concentratie aan deze stoffen in de mond verhoogd blijft.

Het is aangetoond dat het eten van kaas na de maaltijd cariës remt. Hier spelen echter niet alleen de beschermende stoffen in kaas, zoals calcium, caseïne en vetten, een rol, maar ook het feit dat de speekselvloed gestimuleerd wordt en de reinigende en remineraliserende werking die daardoor gestimuleerd wordt.

 

Fluoride

De belangrijkste factor voor het wel of niet krijgen van cariës is het twee keer per dag zorgvuldig poetsen met fluoridetandpasta. Vroeger werd gedacht dat een juiste hoeveelheid fluoride belangrijk was voor de ontwikkeling van een sterk gebit. Steeds duidelijker is echter geworden dat fluoride vooral effect heeft door het directe contact met het glazuur van reeds doorgebroken elementen.

 

Suikervervangers en zoetstoffen

Vanwege de hoge cariës verwekkende eigenschap van suiker werd er lange tijd gezocht naar alternatieven die zouden kunnen worden gebruikt als zoetstof. Twee grote categorieën suikervervangers zijn op dit ogenblik beschikbaar: suikeralcoholen en kunstmatige energiearme zoetstoffen. De belangrijkste vertegenwoordigers van de suikeralcoholen zijn xylitol, sorbitol en mannitol. Ze leveren bijna evenveel energie als suikers, maar zijn veel minder cariës verwekkend dan de gewone suikers, of zelfs helemaal niet. Wel hebben ze een licht laxerende werking (bij inname van 30-40 gram ineens). Xylitol neemt onder de suikeralcoholen een bijzondere positie in vanwege zijn beschermende en cariës remmende effect. Kunstmatige zoetstoffen zoals aspartaam, sacharine en cyclamaten zijn geen koolhydraten, leveren geen energie en zijn niet cariës verwekkend.

 

Een belangrijk verschil tussen de twee categorieën is de relatieve zoetkracht. De zoetkracht van suikeralcoholen is vergelijkbaar met die van suiker; de zoetkracht van zoetstoffen is 40 tot meer dan 2500 maal sterker. Er zijn dus maar kleine hoeveelheden zoetstof nodig, die te weinig bulk geven aan vaste producten. In vloeistoffen kunnen ze heel goed worden toegepast. Geen van de suikervervangers en kunstmatige zoetstoffen is zuur en zij leveren dus geen bijdrage aan de erosiviteit van een product.

 

EN DAN IS ER NOG MEER

Naast cariës is ook tanderosie een veelvoorkomende mondaandoening waarbij voeding een belangrijke rol speelt. Lees ook meer over voeding en mondgezondheid in het algemeen.

Recommended Posts
Contact

Krijg vrijblijvend informatie over de mogelijkheden of stel hier je vraag.

Not readable? Change text. captcha txt